We leren: een onderzoekende houding aan te nemen – creatief denken en handelen – experimenteren – vormen zoeken en combineren – dat ook toeval een uitgangspunt kan zijn bij het maken van een werkstuk – keuzes maken – vergroten en verkleinen van een vorm – recyclen – werken met splitpennen – vervolgopdrachten bedenken bij het gemaakte werk.
Oriënteren en onderzoeken: We starten gezamenlijk met het bekijken van een restje karton; wat zou dit kunnen worden? En als ik hem draai, wat dan? Daarna gaan de leerlingen zelf knippen, schuiven en combineren. Moet er nog iets bij? Kan er iets af? Kortom; hoe wordt jouw figuur nog interessanter?
Maken: zet jouw vreemde snuiter in elkaar mbv splitpennen. Ga nu bedenken hoe je hiermee verder gaat. Ga je hem kleuren? Omtrekken en een verwerken in een tekening? Bedenk je een verhaal of maak je een toneelstukje samen met klasgenoten? Wat bedenk jij? Procesgericht werken ten top!
Evalueren: Na het opruimen, bekijken we elkaars werk en vertellen we elkaar hoe het proces is verlopen. Wat is er ontdekt? Wat kunnen we nog meer verzinnen?








